Het financieren van een (startende) horecaonderneming is niet eenvoudig en een manier om de financiering rond te krijgen is door een financiering via een Brouwerij. Opgemerkt dient te worden dat ook deze vorm van financieren steeds minder vaak voorkomt, waar het gaat om het verstrekken van een geldlening.
Brouwerijen kunnen, in ruil voor een afnameverplichting van hun producten, een geldlening financieren. De afnameverplichtingen gelden voor lange termijn en juist om die reden is het door Europese regelgeving steeds lastiger om dergelijke leningen voor elkaar te krijgen.
Hoewel brouwerijen niet letterlijk een rentepercentage doorbelasten, betaalt de ondernemer uiteindelijk wel rente en aflossing. Zekerheden voor de brouwers zijn bijvoorbeeld het in onderpand geven van inventaris en voorraden en tegelijk de afnameprijs relatief hoog te houden.
In het geval de horecaondernemer het bedrijfspand huurt, worden er tussen de eigenaar van het pand aan de ene kant en de brouwerij en de horecaondernemer aan de andere kant meestal afspraken gemaakt. Deze afspraken gaan over de situatie dat de horecaondernemer in financiële problemen komt en de huur niet meer kan betalen. In die situatie neemt de brouwerij de huur over van de horecaondernemer. De brouwerij kan dan zelf overgaan tot exploitatie van het pand of iemand anders aanwijzen die dat gaat doen. In combinatie met het genoemde pandrecht op de inventaris en de voorraden, kan de brouwerij op die manier als het ware een heel horecabedrijf verkopen. Dit levert natuurlijk altijd meer op dan openbare verkoop van de inventaris.
Als je als horecaondernemer de verplichting bent aangegaan om exclusief de producten van een bepaalde brouwerij te verkopen, maakt het het haast onmogelijk om te onderhandelen over je inkoopprijs. Dat geldt des temeer als ook nog de groothandel is aangewezen waar je de producten moet kopen. Hiertegenover staat dat je van de brouwerij een lening hebt gekregen en dus je onderneming kunt starten, vaak in combinatie met het verkrijgen van kennis vanuit de brouwerij.
Het kan zijn dat de brouwerij zelf eigenaar of verhuurder is van een horecapand. De horecaondernemer huurt dan het pand van de brouwerij. In die situatie is de brouwerij niet gebonden aan de maxima wat betreft de looptijd van het afzetcontract. De gedachte hierachter is dat de brouwerij zelf mag bepalen wat in haar pand geschonken wordt en niet hoeft toe te staan dat de concurrentie gebruikmaakt van de locatie